Nieuws

Bekijk het laatste nieuws over Young Energy Officers
< Terug naar overzichtspagina

De gassector en de energietransitie: een gesprek met Henri Bontebal

5 maart 2021

“Jonge mensen met kennis van zaken zijn nodig, met alleen idealen kom je er niet”.

De gassector en de energietransitie: een gesprek met Henri Bontebal

Begin februari hadden wij een gesprek met Henri Bontenbal, kandidaatskamerlid en #17 op de kieslijst van het CDA. Henri was onder onze aandacht gekomen door zijn podcasts met Remco de Boer (‘Bontenbal en de Boer’) en zijn actieve posts op social media over de energievraagstukken. Op zak met een lijst aan onderwerpen en voorbeelden gingen wij, en ook Henri, enthousiast het gesprek in.

“Wat zijn jullie drijfveren, waarom zijn jullie gaan werken in de olie en gassector? En waarom niet voor de makkelijke weg kiezen als een consultancy of een heel groen bedrijf, om daar te gaan werken” opent Henri het gesprek. Daan en Anja geven aan dat zij hun energie graag inzetten om van binnenuit te veranderen. Zorg dat je dicht bij de besluitvoering komt en gebruik de energie en het doorzettingsvermogen van enthousiaste medewerkers Klaas Johannes vult aan: “Mensen van buitenaf die kritisch zijn houden je scherp. Offshore is een eenzijdige wereld. Het YEO-programma zet mij meer aan het denken. Nederlands gas en de infrastructuur moeten we zo optimaal mogelijk gebruiken en hergebruiken tijdens de energietransitie.” Dit spreekt Henri aan en hij geeft zelf ook een voorbeeld waar hij samen met een selecte groep mensen heeft bijgedragen aan de aanpassing in de wet betreffende de gasaansluitingsplicht. “Als alle jonge mensen doorgaan tot aan de Raad van Bestuur geeft dat de echte verandering”. 

Slecht Investeringsklimaat met een domino effect tot gevolg

Daan deelt een dilemma wat hij tegenkomt in zijn werk bij Neptune Energy: “Het dilemma dat ik zie is het gat tussen de tijd dat we de infrastructuur in de Noordzee weg moeten halen en wanneer nieuwe duurzame technologieën zoals CO2 opslag en waterstof productie gereed zijn om deze infrastructuur  te hergebruiken.” Als voorbeeld gebruikt Daan het domino-effect: je hebt 10 platformen die nog marginaal economisch rendabel zijn. Deze zijn allemaal met elkaar verbonden via pijpleidingen, kabels en tussen sommige zit zelfs een loopbrug. Deze platformen hebben allemaal gemeenschappelijke kosten. Stel dat 1 van deze platformen niet meer economisch rendabel is.. Dan moeten de andere 9 platformen deze kosten dragen, tenzij er een nieuw veld wordt ontwikkeld om zo de kosten weer door 10 te delen. Gebeurt dit niet, dan drukken de kosten zwaarder op deze 9 en zullen zij, een voor een, eerder bij het punt zijn dat het niet meer economisch rendabel is. Dit staat  hergebruik in de weg .

Als antwoord op de vraag hoe we dit tijdsgat kleiner kunnen maken als het investeringsklimaat in Nederland achterloopt ten opzichte van de rest van Europa, vertelt Henri ons over hoe lastig het is voor onze sector om positieve publiciteit te krijgen. Ook in debatten is het verhaal dat wij willen vertellen lastig, omdat er veel feiten en complexiteit bij komen kijken. “Ik gebruik vaak voorbeelden” zegt Henri. “Als er 1 Windpark voor 10 PJ waterstof kan produceren, dan zijn er voor de huidige vraag naar waterstof (180 PJ) dus 18 windparken nodig. Als de vraag hierin groeit en je zou fossiel gas willen vervangen dan zal je in de toekomst 109 windparken nodig hebben zo groot als Borsele om aan deze ambitie te voldoen.” (zie onderdeel uit de EBN Infographic 2021 hieronder): 



 



Henri legt uit dat de energietransitie nu in een ingewikkeldere fase met moeilijke keuzes komt. Mensen snappen dat we niet ontkomen aan discussies over biomassa, kernenergie en de rol die Nederlands aardgas kan spelen. 

Henri: “Een groot deel van de Nederlanders snapt heel goed dat er iets op klimaatbeleid moet gebeuren maar wel op een manier die rechtvaardig is. Ik hoop dat partijen als CDA en VVD dit thema gaan omarmen. Goed dat linkse partijen dit hebben aangejaagd, maar om het verder te krijgen, heb je de grotere en genuanceerdere midden partijen nodig die ook oog hebben voor de andere belangen" 

Samenwerking tussen overheid en vervuilers om energietransitie vorm te geven

Een pijler in het CDA verkiezingsprogramma waar Henri trots op is, stelt voor om als overheid met de tien grootste vervuilers aan tafel te gaan zitten en juridische afspraken te maken betreffende CO2-uitstoot. Deze juridische afspraken stellen zowel de bedrijven als de overheid verantwoordelijk voor de gemaakte afspraken. Daarbij is ook ambitie bij de overheid nodig. YEO Anja haakt hierop in en legt uit dat we naar de industrie als geheel moeten kijken, denk bijvoorbeeld aan een potentiële samenwerking tussen de staal- en gasindustrie n CO2-opslag. Zo'n perspectief helpt ook het domino-effect van offshore platformen te voorkomen wat Daan al benoemde. Henri: “De Kamer is er goed in om elk incident aan te grijpen om een nieuwe aanpassing te doen, wat resulteert in een verknipte wetgeving welke niet (altijd) goed is doorgerekend. Uitdaging zit hem in een goede wet of een goede regeling te maken en kijken wat de effecten zijn, er is een systeemperspectief nodig.” 

Gemeentes en uitvoer van de energietransitie in de gebouwde omgeving

Het gesprek komt op het onderwerp gemeenten en de uitvoer van de energietransitie in de gebouwde omgeving. Klaas Johannes heeft gesproken met een wethouder van Heerenveen die aangeeft dat er ideeën liggen voor aquathermie. Het probleem op het moment is dat er nog veel onduidelijkheid bestaat of er subsidie vanuit het Rijk hiervoor gaat komen. Henri vertelt dat de gemeenten de regierol naar zich toe hebben getrokken en dat het nu duidelijk wordt, dat als je geen mensen, middelen of flankerend beleid om deze rol heen bouwt, je het niet voor elkaar krijgt om dit uit te voeren. “Gemeentes worden nu op pad gestuurd maar ze hebben geen riemen om mee te roeien". Er ligt ook een dilemma in de kennis legt Klaas Johannes uit. “Er worden nu dure bureaus ingehuurd en zodra het project is afgerond loopt de kennis de gemeente weer uit. Kennis zou ook centraal geregeld kunnen worden”. Op dit idee kan Henri goed inhaken. Hij heeft het idee om op het gebied van warmte transitie een programma op te zetten vergelijkbaar met het ‘Nationaal Hoogwater Beschermings Programma’. Naast mensen en kennisinstellingen is het ook noodzaak om te kijken naar de subsidies en verglijkbare plannen op te stellen zoals het subsidiebeleid. Klaas Johannes: “De combinatie van goed beleid en uitvoering op deze schaal kan in combinatie met Nederlands aardgas ervoor zorgen dat iedereen zijn steentje bij kan dragen.” Henri vult aan dat er een duidelijk plan moet komen over de toekomst van het Nederlands gasnet. Wordt het één enkel systeem of allemaal kleine gasnetten, en wat is de rol van groen gas? Henri: “Als je veel gaat isoleren met warmtepompen kan je een heel eind komen met groen gas, zelfs richting een aardgas vraag naar nul.” 

Dat geeft ook een dilemma vertelt Anja: “Als we te snel van het aardgas af gaan, komt het probleem over het opruimen van de infrastructuur. Als industrie hebben wij de plicht om alles op te ruimen. Wanneer ga je afbouwen? We hebben Nederlands aardgas, waarvan veel op de Noordzee, beschikbaar. CO2 opslag en waterstof op grote schaal duurt nog wel even, wat gaan we in die tussentijd doen?” Ook hier stelt Henri een systeemperspectief voor. Op dit moment kunnen we niet met 5 miljoen huishoudens een warmtepomp van 5 kW tegelijk aanzetten. Daarnaast moet men perspectief bieden op de toekomst van het aardgasnetwerk. Henri: “Hoeveel doorzettingsmacht wil je gebruiken? Wil je met de omgevingswet in de hand mensen dwingen hun gasaansluiting op te geven? Ik zou deze keuze niet aan gemeentes geven. Als de ene gemeente wel kiest voor aanpassingen achter de voordeur en de andere niet gaat dit knellen qua rechtvaardigheid. We kunnen hier niet eenvoudig voor betaalbaarheid of voor keuzevrijheid kiezen. “Je moet een perspectief schetsen.” “Zou ‘benefit sharing’ een oplossing zijn in de participatie en bereidwilligheid van bewoners rondom een energievraagstuk?” leggen wij Henri nog voor. “Met financiële participatie moet je uitkijken dat je uiteindelijk niet het burgerschap van mensen ondermijnt”. Het is de intrinsieke motivatie die mensen echt drijft. 

Deze intrinsieke motivatie nemen de YEO's graag mee in het programma en naar onze eigen bedrijven. We hebben iedereen nodig in het complexe vraagstuk van de energietransitie. “Er gaat een enorme kracht uit van mensen die het goede willen doen” sluit Henri af.